Onder begeleiding van twee bewakers werd Leroy richting zijn cel gesleurd. Hij werkte maar mee, het had geen zin om tegen te werken. Hij wist dat ze toch sterker waren als hem. Hij werd een cel in geduwd. Cel nummer 015, stond op het bordje. Er stond een stapelbed, wastafeltje en een wc. Het zag er allemaal even vies uit. Dat was wel wat anders als wat Leroy thuis gewend was. Zijn spullen werden ook de cel ingegooid en de deur werd op slot gedaan. Toen pas zag hij dat er al iemand was. Het was een meisje en ze stond te graaien in haar matras, wat er erg vreemd uitzag. Hij zei er niks over, hij wilde zijn celmaatje liever te vriend maken. Hij schatte haar een stuk ouder als hem. Ergens midden in de 20 of zo. 'Hoi,' bromde Leroy maar als begroeting.